HET LIMBURGS FILMCRCUIT (LFC)

 

Het LFC was het samenwerkingsverband tussen de Limburgse Filmhuizen. Toen ik er rond 1987 bij kwam stonden er filmhuizen in Maastricht, Heerlen, Brunssum, Sittard, Roermond, Weert, Tegelen en Venlo. Brunssum, Weert en Tegelen sloten al snel hun deuren. Het LFC bestond uit een bestuur dat samengesteld was uit vertegenwoordigers van alle filmhuizen. Het LFC werd aangestuurd, of beter: begeleid, door de audiovisueel consulent van achtereenvolgens het SKCL, Symbiose en het Huis voor de Kunsten, oftewel de provincie, oftewel Hay Joosten. Soms was een extern iemand erbij betrokken. Ik herinner me uit de beginperiode een stagiaire die het woord ‘jazz’ uitsprak als ‘jas’. In latere jaren werd als voorzitter een van de filmhuizen onafhankelijk iemand benoemd.

Behalve het behartigen van de filmhuisbelangen was het bevorderen van de filmcultuur in de provincie een LFC-taak. Maar de kern bestond uit de programmeringscommissie, want alle filmhuizen programmeerden samen de films, die dan in een week door de provincie reisden. Lumière in Maastricht was toen ik betrokken raakte inmiddels zelfstandig gaan programmeren, maar de anderen bleven samen een circuit vormen totdat in 2006 Filmhuis Venlo zelfstandig verder ging. Ger Ramaekers leidde de programmering en programmeerde en bookte de films, namens Sittard nam Jan Salden deel, namens Heerlen Marga Hofman, namens Roermond Winny Backers en René Theunissen, ikzelf namens Venlo. Na een paar jaar stopte Ger ermee en nam ik zijn taak over, met dubbele pet dus. Ik heb in het begin nog wel eens iemand namens Venlo meegenomen, maar die dubbele pet paste me goed en ik vond dat ik integer handelde, dus dat bleef verder zo totdat ik in 2006 al mijn functies neerlegde omdat het werk in Venlo vanwege de aanstaande verhuizing en verdere professionalisering al mijn tijd in beslag nam. Ik bleef echter Venlo in het bestuur vertegenwoordigen en ik bleef aan de filmquiz meewerken.

DE SCHANS

Het eerste jaar dat ik het filmfestival Rotterdam bezocht logeerde ik in een jeugdherberg ergens aan de Westblaak. Dat was geen onverdeeld genoegen. Het aantal nachten dat je kon blijven was gelimiteerd, je moest op tijd binnen zijn, wanneer je in de buurt van de bar kwam ging het alarm af en je sliep in een zaal vol snurkende en stinkende mannen (onder wie ikzelf). Wel was hier gelukkig de bij jeugdherbergen gebruikelijke corveedienst afgeschaft, wat ik in Engeland nog had meegemaakt. Ik zat halve nachten in de publieksruimte brieven te schrijven naar het meisje op wie ik verliefd was en die voor mijn kat zorgde. Elke dag dat ik in Rotterdam was stuurde ik een brief. Mede-Limbo’s Ger Ramaekers en Jan Salden vertelden me dat ze onderdak hadden gevonden bij een medewerker van Lantaren/ Venster en dat ik hier ook best terecht kon. Ik vroeg hun bij hem na te vragen of dat echt mogelijk was. Ja, dat kon. En zo kwam ik bij Peter Bosma terecht. Peter woonde in een appartement in Delfshaven en zijn huis groeide tijdens het festival uit tot een logeerplek voor veel mensen. Een vergelijking met sardientjes werd wel gemaakt. Soms wel 8 mensen lagen naast elkaar in slaapzakken op de grond in Peters huiskamer annex keukentje. De keukentafel werd de vaste ontmoetingsplek ’s avonds na afloop van de film, waar we tot diep in de nacht napraatten over de films die we gezien hadden, en over heel veel andere dingen. Behalve sinas, bier en wijn kwam er ook sterke drank op tafel. Radboud Lucassens vriendin Sonja had de gewoonte om elk jaar een fles whisky mee te brengen, en Ger kwam met graswodka uit Tsjechië, en ik kocht soms een fles tequila. Daar leerde ik whisky waarderen, en toen een jaar of vijftien later het tijdperk ‘logeren bij Peter’ ten einde kwam en ik in een hotel terechtkwam, bleef het traditie om een fles whisky te kopen en er voor het slapengaan eentje te nemen. De eerste keer liep ik een slijter binnen en vroeg om whisky om mee te beginnen. Ik bedoelde dat ik een beginner was, hij dacht dat ik om whisky voor bij het ontbijt vroeg.

In de loop der jaren veranderde het gezelschap geleidelijk van samenstelling, sommigen konden het nachtenlang doorhalen fysiek niet aan, anderen kwamen niet meer naar het festival, maar voor mijn gevoel bestond het klassieke gezelschap uit natuurlijk Peter, en verder Ger, Jan, Ella en ik. Ik heb zelden in mijn leven met zo’n plezierig gezelschap gebivakkeerd als daar, bij Peter op de Schans.

We hadden de gewoonte om de laatste tram naar Delfshaven te nemen en we liepen zonder ergens op te letten altijd gewoon achter Ger aan. Hij was onze natuurlijke navigator. Maar toen kwam het jaar dat Ger er niet was. Jan en ik wisten gelukkig nog wel welke tramlijn we moesten hebben. We hadden er niet aan gedacht dat een tram ook de andere kant op kan. Daar kwamen we achter toen we, na eerst heel druk in gesprek te zijn geweest over naar ik aanneem onze filmoogst van die dag, uit het raampje keken en we slechts wuivend riet zagen. We zaten op het platteland! En het was de laatste tram. Dat werd zo’n tien kilometer teruglopen. Gelukkig zagen we bij een snackbarretje een taxi staan. Nadat de chauffeur zijn kroket had opgegeten bracht hij ons naar de Schans. We besloten om een kompas te kopen. Hoewel Jan en ik aanvankelijk dachten in de Biesbosch te zijn beland leert de dienstregeling dat de tram die we moesten hebben van Hilligersberg-Schiebroek, helemaal aan de noordrand, naar het Marconiplein in zuidwest gaat. Dat laatste zo’n 2 kilometer van onze stop. Vanwege beslagen ruiten miste ik eens een keer onze stop aan het begin van de Schiedamseweg en was helemaal doorgereden tot aan het Marconiplein. Na het uitstappen had ik de laatste flauwe bocht van de tram niet ingecalculeerd en was in plaats van terug de Schiedamseweg op rechtdoor de Mathenesserlaan opgelopen. Toen het wel erg lang duurde voordat ik iets herkenbaars zag realiseerde ik me mijn fout. Teruglopen en de juiste weg pakken was natuurlijk onzin, dwars door de wijk zou een stuk korter zijn. En zo liep ik midden in de nacht urenlang door Spangen. Geen Monique van der Ven of Linda de Mol natuurlijk om me de weg te wijzen. Maar ik heb de Schans op eigen oriëntatievermogen teruggevonden.

De routine op de Schans was simpel: Jan stond altijd als eerste op (hij dronk immers geen alcohol), zette koffie als hij niet het koffiezetapparaat molde. Dat laatste is één keer gebeurd en bleef door de jaren heen onze inside-running-gag, niet in het minst in stand gehouden door Jan zelf, die soms wel kan kokketeren met zijn onhandigheid. Om beurten gingen we douchen, elke dag ging iemand anders bij de Aldi aan de overkant boodschappen doen en kwam terug met vers brood, beleg, sap en nieuw bier. De eerste jaren moest iedereen ’s ochtends aan de kassa van het festivalcentrum in het Hilton (later de Schouwburg) zijn kaarten kopen. De kassa ging om 9 uur open en al om 8 uur stond er een rij tot buiten, dus het was belangrijk om er vroeg te zijn om kaartjes voor de films die wij wilden zien te bemachtigen. Dat lukte dan ook heel vaak niet.

Rond half 1 ’s nachts kwamen we thuis en verzamelden rond de keukentafel. Ergens tussen 3 en 4 gingen we slapen in diezelfde kamer, die naar sigaretten, bier, whisky en zweetvoeten rook en al snel trilde van het alom aanwezige gesnurk. Ik snap nog steeds niet goed hoe we dit patroon tien dagen konden volhouden. Ik had inmiddels het privilige van de bank gekregen vanwege mijn slechte rug, maar die had wel als nadeel dat ie zo smal was dat je je niet kon omdraaien. Toch heb ik twee keer de nacht niet alleen op die bank doorgebracht. De ene vrouw was gewoon in mijn slaapzak gekropen en bovenop me gaan liggen. De andere was echter bijna zo groot als ik en we lagen zodanig in elkaar verstrengeld dat ik op een gegeven moment niet meer wist van wie welk been was.

En dan ging om 7 uur de wekker. Jan en Ger meteen wakker, meteen praten, meteen actief. Anderen, onder wie ikzelf, hadden wat langer nodig om zich weer tot de levenden te mogen rekenen.

Aan alles komt een eind. Peter werd verliefd op Maryam (en vice versa) en trouwde en verhuisde. Jan, Boi Janssen (die me dat jaar leerde de smaak van islay single malt te waarderen) en ik hebben nog een keer in Peters nieuwe huis in Zuid gelogeerd, maar iedereen besefte dat er een einde was gekomen aan een tijdperk. En dat een nieuw tijdperk aanbrak. De slaapplaatsen verplaatsten zich naar goedkope hotels, de gesprekken verplaatsten zich naar de Doelen, waar ik vooral aansluiting vond bij Deventenaren Johan Bunt en Anton van Amersfoort. Niet meer een min of meer besloten groep vanwege het openbare karakter van de nieuwe plek, maar juist daardoor wel geschikter om contacten aan te halen en netwerken uit te breiden. Van het oude groepje schoof alleen Jan nog regelmatig aan. Maar ook dit nieuwe gezelschap was goed voor veel lol, veel boeiende gesprekken, veel bier, veel inzicht in de filmwereld en fijne vriendschappen.

DE QUIZ

Op een dag belde Jan Salden me op. Jan was programmeur van Filmhuis Het Domein in Sittard, en lid van The Searchers, een groepje filmkenners dat lezingen geeft over film. Zie ook onder andere de stukjes Geen Triomf van de Wil en De Schans op deze pagina. Jan zei dat hij was uitgenodigd om deel te nemen aan de Nederlandse Filmquiz, die dat jaar in Doornroosje in Nijmegen werd gehouden. Het was ergens halverwege de jaren 90. Omdat men als team van twee personen aan de quiz moest deelnemen, ging Jan op zoek naar een partner en vroeg mij. Ik hield de boot af, en zei dat onder The Searchers toch een geschiktere kandidaat te vinden moest zijn. Ik kan me niet meer herinneren waarom hij toch mij had uitgekozen. Ik was waarschijnlijk de laatste strohalm, want hij zou moeten afzeggen als ik nee zou zeggen. Dus ging ik mee. Organisator Dick Smits verwelkomde ons in de duistere gang die naar de zaal leidde. Ik kende Doornroosje alleen als concertzaal, en als bezoeker, dus het was wel speciaal om op het podium te staan. Ik was in elk geval bloednerveus. We bakten er niet veel van. Dat had niet zozeer met ons beider gezamenlijke kennis te maken, maar met snelheid (zowel van denken als van reageren), en het gegeven dat anderen gewoon op de knop drukten en leegliepen over alles wat ze over die film wisten, zodat het goede antwoord er dan vanzelf wel ergens tussen zou zitten. En dat werd dan goedgekeurd. Sowieso was het antwoord op de meeste vragen Robert De Niro.

Tot ons beider verrassing kregen Jan en ik twee jaar na het fiasco in Doornroosje opnieuw een uitnodiging om mee te doen. We hebben daarna nog een paar keer meegedaan, maar konden nooit een deuk in een pakje boter slaan. De concurrentie bestond dan ook uit filmrecensenten van landelijke dagbladen, omroepen en filmtijdschriften als Skrien, verder filmdistributeurs en filmstudenten. Legendarisch werd de 1999-editie in Kriterion in Amsterdam. Jac Goderie presenteerde en onder anderen Kim van Kooten zat in de jury. Op de eerste plaats natuurlijk omdat die rechtstreeks op de radio werd uitgezonden, maar zeker ook omdat er een bommelding was en we nog voordat we konden beginnen alweer de zaal moesten verlaten. Vals alarm. Verder nog een beetje doordat ik als antwoord op een vraag “Kim van Kooten” gaf terwijl ik haar aankeek en zij goedkeurend naar mij knikte.

Voordat de quiz begon stonden Jan en ik in de foyer, helemaal bij het buitenraam, koffie te drinken. Op een gegeven moment kwam een vrouw binnenlopen. Een kleine mediterrane helemaal in het wit gestoken schoonheid met wat leek op een prikkeldraadtattoo op, of liever: om, haar bovenarm. Met een bravoure die helemaal niet bij mij hoort zei ik tegen Jan: “Als ik nu niemand had zou ik op haar afstappen en haar versieren.” Sinds kort had ik namelijk iets wat op het begin van een relatie leek met een Zuid-Limburgse, die trouwens tot Jans kennissenkring behoorde. Ik weet zeker dat als dat niet het geval zou zijn geweest ik zo’n opmerking nooit zou hebben gemaakt, laat staan dat ik zoiets ook zou durven. In de pauze kwamen verschillende mensen zich aan mij voorstellen. Mensen die ik regelmatig aan de telefoon had en die omdat ik op het podium mijn naam had genoemd eindelijk een gezicht bij mijn stem zagen. En vice versa natuurlijk. Ook zij kwam naar me toe en stelde zich voor. Ik had haar namelijk bijna elke week aan de telefoon, maar haar stem had bij mij de associatie opgeroepen van een punk-achtige blonde Hollandse met stekelhaar. Hoe dan ook, Yosha zou een van mijn dierbaarste contacten worden en blijven in het wereldje.

Op de terugweg bedachten wij dat we dat beter konden en we besloten zelf een filmquiz te gaan organiseren. Samen met Hay Joosten, audio-visueel consulent van de provincie, en gedragen door het Limburgs Filmcircuit (LFC), gingen we aan de slag. Het eerste jaar hielden we een besloten quiz, slechts toegankelijk voor de vrijwilligers van de Limburgse filmhuizen. Deze werd gehouden in de concertzaal van Perron55 in Venlo en was een groot succes. Dat was de start van een periode van vijftien quizzen, die elk jaar in een ander filmhuis gehouden werd.

Ik zag Dick en Pieter van de Nationale Filmquiz vaak als ik op het IFFR was, we verkeerden in dezelfde kringen, en op een avond zaten we samen in een Chinees eethuisje op de West-Kruiskade te eten en kwamen op het idee om onze twee quizzen te integreren. Hun quiz stond namelijk op non-actief en wij wilden heel graag onze vleugels uitslaan. Wij waren ervan overtuigd dat we in de loop van de jaren onze formule hadden geperfectioneerd en de quiz op nationaal niveau konden presenteren. We misten echter de connecties die Dick wel had. Een dag of twee dagen later maakten we met Jan erbij verdere afspraken en we zouden na het festival met Hay erbij onze plannen verder uitwerken. Dat liep uiteindelijk op niets uit, omdat beide kampen te halsstarrig bleven vasthouden aan het eigen concept en niet genoeg water bij de wijn wilden doen. Wij waren overigens iets meer tot concessies bereid, maar over de deelnemers werden we het niet eens. Wij deden aan vrije inschrijving, iedereen in de zaal kon zich toegang verschaffen tot het podium via een voorronde waaraan iedereen deelnam. Zij werkten echter met teams en op uitnodiging, waarbij slechts 1 of 2 teams via een korte voorronde een plaats op het podium konden verwerven. Hun argument was dat de big shots nooit zouden komen als ze niet zeker wisten dat ze op het podium zouden terechtkomen.

Maar we kregen wel toestemming om ons in het vervolg nationaal te presenteren, dus we verhuisden naar een vaste plek, namelijk Gotcha in Weert, omdat die stad in Limburg het eenvoudigst te bereiken was vanuit de rest van Nederland. En ook vanuit Vlaanderen, waar we ook reclame maakten en vanwaar we altijd wel wat publiek kregen.

Al die jaren deden Jan, Hay en ik met veel plezier en zeer consciëntieus de inhoudelijke quiz. Hay deed daarnaast ook veel organisatorisch werk, dat in principe in handen was van het LFC. Aan de reeks kwam eind 2011 een eind doordat het LFC op sterven na dood was, we alle drie niet meer bij het LFC betrokken waren, en we dus ons draagvlak kwijt waren. We zagen er ook niet echt perspectief meer in, de fut was eruit. We besloten om voor 2012 nog een laatste quiz te organiseren waarin we alleen films die ons dierbaar waren als onderwerp zouden nemen. Mijn aandeel zag er als volgt uit:

Connaisseursrondes: Andrej Tarkovski, Wong Kar-Wai, Alfred Hitchcock

Fragmenten van/ uit: Romy Schneider, Wim Wenders, BRIEF ENCOUNTER, DER KRIEGER UND DIE KAISERIN, een van de Makhmalbafs (Mohsen, Samira of Hana), Film Noir, Michelangelo Antonioni.

(Voor de duidelijkheid: een connaisseursronde bestond uit vijf vragen over hetzelfde onderwerp in toenemende moeilijkheidsgraad met een van 1 tot 5 toenemend aantal te verdienen punten.)

Ik was er nog niet uit maar dacht aan STALKER van Tarkovski, een scène vrij aan het einde waarin hij in het huis op een muurtje zit terwijl het op de voorgrond begint te regenen; uit CHUNKING EXPRESS van Wong Kar-Wai het fragment waarin Faye Wong op de muziek van California Dreamin’ van The Mamas & The Papas met de curry- en mayoflessen aan het jongleren is, en van Hitchock een scène uit SHADOW OF A DOUBT met Teresa Wright in elk geval prominent aanwezig.

Van Romy Schneider waarschijnlijk een stukje uit LA PISCINE, uit DER KRIEGER UND DIE KAISERIN de scène waarin Sissi onder de auto ligt en geen lucht meer krijgt.

Maar verder kwamen we niet. Toen in maart 2012 het interview over De Nieuwe Scène in Dagblad de Limburger verscheen waaraan Hay medewerking verleende en waarin allerlei leugens over mij verteld werden, zegde ik per direct de samenwerking op. Ik heb alle betrokkenen een brief gestuurd met mijn beweegredenen en ontkrachtte met argumenten en feiten de beweringen die in dat interview gedaan waren. De quiz werd geschrapt en ik heb de verrader die met eenvoudig te weerleggen leugens onze al tientallen jaren durende vriendschap wegens een machtspolitiek spelletje publiekelijk beschaamd had, nooit meer gesproken.

Het hierboven geplaatste plaatje met het Filmquizlogo is ontworpen door Nathalie Arts, die ook een aantal LFC-IFFR boekjes ontworpen heeft. Zie hier.

GEEN TRIOMF V/D WIL

In Zuid-Limburg had zich begin jaren negentig een groepje filmkenners verzameld dat onder de noemer The Searchers lezingen over films aanbood. Ook het LFC ging hun lezingenreeksen afnemen, overigens niet altijd bij elk filmhuis even enthousiast en bereidwillig. De lezingen waren standaard aldus opgebouwd: lezing van (ruim) 1 uur met veel filmfragmenten ter illustratie of ter ondersteuning; film; nabespreking. Ik kan me hen allemaal (Hans, Jan, Will, Fons, Jos) herinneren als aardige, intelligente, erg enthousiaste en met veel kennis behepte jongens. Meer dan eens wisten ze interessante verbanden te leggen en originele invalshoeken te verzinnen, waar ook ik, toch niet helemaal onkundig in de wereld van de cinema, nogal eens wat van opstak. Een thema als geweld in de film werd diepgravend onderzocht in de lezingenreeks Kwaad Bloed, met bijpassende films als THE WILD BUNCH en RESERVOIR DOGS. Die laatste was een aangenaam extra’tje voor mij (en ongetwijfeld voor veel andere Limburgse filmliefhebbers) omdat een lid van de programmeringscommissie een veto over deze film had uitgesproken vanwege te gewelddadig, zodat de Limburgse filmhuizen deze film niet in hun reguliere programma konden vertonen.

In een volgende reeks die het thema manipulatie in de film behandelde zou een lezing gaan over Triumph des Willens van Leni Rieffenstahl, een behoorlijk controversieel meesterwerk. De rechten voor vertoning lagen exclusief bij de toen nog in leven zijnde maar stokoude Rieffenstahl zelf. Kosten voor vertoning waren volgens geruchten extreem hoog, en niemand wilde gaan onderhandelen met Fraulein Leni, dus besloten we de film ‘illegaal’ te vertonen. De kans dat Rieffenstahl in haar woonplaats München een LFC-programmaboekje onder ogen zou krijgen werd behoorlijk klein ingeschat.

Waar we echter niet op hadden gerekend is dat een of ander anti-fascistenclubje lucht had gekregen van ons voornemen en hier behoorlijk stampei over ging maken. Ze hadden zich niet eerst laten informeren, hadden slechts de klok horen luiden, dus wij nodigden hen uit voor een gesprek. Ik was daarbij. Grote bezwaar van hen was dat volgens hen de film alleen in samenhang met een lezing vertoond mocht worden. De grenzeloze arrogantie van dat paar snotneuzen dat vond dat zij mochten bepalen hoe door een ander ergens naar gekeken moest worden. Maar daar stapten we diplomatiek overheen. Want wij hadden een feitelijk argument: wij waren sowieso van plan om deze film binnen de context van inleiding en nabespreking te vertonen, en zo stond het ook in het persbericht. Maar dat wisten ze niet, ze hadden het ook maar via via gehoord. Nee, dan was er niks aan de hand, sorry. Die  onwetendheid, die arrogantie, dat nergens op gebaseerde morele superioriteitsgevoel, de desinteresse om zich eerst fatsoenlijk te laten informeren.

Maar het was te laat, er was teveel publiciteit geweest en we durfden het niet meer aan om de film zonder toestemming te vertonen. Het voorstel van Lumière om als enige het risico aan te gaan de film te vertonen werd door de filmhuizen en The Searchers van de hand gewezen als goedkope poging met de eer te gaan strijken.

 

Andersom heb ik ook een keer meegemaakt. Bij Perron55 had een vrijwilliger een concert georganiseerd. Het was een band in het toen in opkomst zijnde neo-folk genre, Dies Natalis. Als team hadden we vervolgens met ter zake doende argumenten dat concert gecanceld, vanwege de nazisymboliek die aan veel van die neo-folkbands kleeft. Zo stond op de bass drum van de band die in het voorprogramma zou spelen een groot hakenkruis. Dat werd ons in bepaalde kringen niet in dank afgenomen, voornamelijk met het argument van censuur en dat het niet echt neo-nazi’s waren. Vooral door iemand die nota bene een site had die heette In Stahlgewittern (naar het boek van Ernst Jünger over WO1, die, hoewel zelf ultra-conservatief niet-nazi, door de nazi’s zeer werd gewaardeerd; er is ook een behoorlijk enge nazi-band die zo heet). Die site stond vol met stukken over SA-kopstuk Ernst Röhm.

LFC OVER IFFR

 

Elk jaar bracht het LFC een boekje uit met daarin de bevindingen van de films die tijdens het Filmfestival Rotterdam (IFFR) door de bezoekers uit de Limburgse filmhuizen gezien waren. Het idee was van toenmalig Lumière-kroonprins Jos Hodenius. Oorspronkelijk gemaakt als geheugensteun voor hemzelf als booker van het LFC verspreidde Ger Ramaekers een gekopieerd boekje onder de programmeurs van het LFC, die het als handig ervoeren bij het maken van hun keuzes. Met de komst van Nathalie Arts als vormgeefster besloot het LFC de boekjes breder te verspreiden, aan collegavertoners, filmdistributeurs, overheden, als relatiegeschenk. Terecht, Nathalie maakte er bijzonder vormgegeven exemplaren van, waard om door veel mensen gezien te worden. De uitgave van het LFC-boekje werd een gebeurtenis waar elk jaar smachtend op gewacht werd. Filmdistributeurs vroegen me wanneer ze het konden verwachten. In 1998 kwam er een einde aan Nathalies periode, en een jaar later stopte Ger met de redactie. Ik nam de redactie over en probeerde zoveel mogelijk, met anderen voor de vormgeving, het niveau van Nathalie te benaderen. Dat leverde in elk geval in 2000 (Henk Bovens) en in 2003 en 2004 (beide Katja Nitzschke) uitzonderlijk mooie exemplaren op. Ik stopte na 2006 met de redactie omdat ik het te druk had met de aanstaande opening van De Nieuwe Scene. Andries van Gorkum (booker van het LFC) nam het over. Maar de fut was eruit. Het boekje stierf een langzame, doch door weinigen opgemerkte dood.

Op een rijtje:

jaar/ titel/ redactie/ ontwerp

1994 Goed voor de Ogen/ Ger Ramaekers/ Nathalie Arts

1995 geen boekje

1996 Het Zwarte Gat/ Ger Ramaekers/ Nathalie Arts

1997 Southern Shine/ Ger Ramaekers/ Nathalie Arts

1998 Have Fun/ Ger Ramaekers/ Nathalie Arts

1999 What Doez It Matter What You Zay About Zinema?/ Ger Ramaekers/ Lylette & Liesbeth

2000 Pijnlijk Zitvlees/ TM/ Henk Bovens

2001 Boven Water/ TM/ TM

2002 Explicinema/ TM/ TM

2003 [based upon]/ TM/ Katja Nitzschke

2004 Lost in Rotterdam/ TM/ Katja Nitzschke

2005 Fette Tagen/ TM/ Ella de Bruijn

2006 Witte Hitte/ TM/ TM & Laura Nsengiyumva

2007 Antena/ Andries van Gorkum & Geert Trepels/ Jurgen Hennissen

2008 Tiger in the Pocket/ Andries van Gorkum & Geert Trepels/ Jos Laauwen & Eric Reneerkens

2009 Eldorado/ Andries van Gorkum & Geert Trepels/ Jos Laauwen & Eric Reneerkens

2010 Op Zoek naar de Vrouw in Rotterdam/ Andries van Gorkum & Hay Joosten & Hans Turlings/ Jos Laauwen & Eric Reneerkens

2011 Family Affairs in Rotterdam/ Andries van Gorkum & Hans Turlings/ Jos Laauwen & Eric Reneerkens

 

 

De LFC-schrijvers:

Nathalie Arts (1994, 1996, 1997, 1999), Winny Backers (1999, 2000), Claudie Berbee (2002 - 2010), Maarten Berden (2004, 2006), Jan Besselink (1998), Henk Bovens (1998), Sonja de Brabander (1994), Martin Brandwagt (1994, 1998), Marcel van den Broek (1997), Ella de Bruijn (1996, 1997, 1999, 2001, 2002, 2004, 2006, 2007), Mart Clevis (2009), Jessie Crienen (2001), John Cüsters (2006), David Deprez (2005, 2008), José Dohmen (2008 - 2010), Patrick Engels (2004, 2006 -  2009), Silvia van Erp (2011), Ron Evers (1999), Doyna Genet (2000, 2002 -  2004), Andries van Gorkum (2000 -  2011, muv 2006), Toos van Grotel (1998), Tonnie Havenith (1994), Carsten Hansen (1994), Evelyn Heesen (1996 - 1998, 2003), Heleen Heins (2007 -  2009), Caro van Helvoirt (1996, 2000, 2001, 2003), Zef Hendriks (2004), Mathijs Hendrix (1997), Hanneke Hendrix (1998), Boi Hermans (1998), Frank Heythuysen (1998, 1999), Jos Hodenius (1994, 1996, 1998), Marga Hofman (1994 - 1999, 2002, 2005, 2007, 2008), Iris Jansen (2009 - 2011), Rudy Jansen (2006), Boi Janssen (1996, 1999 - 2002, 2004, 2005), Nicole Janssen (2000 - 2002), Hay Joosten (1994 - 2011), Guido Lavalaye (1994), Gijs van der Lely (1998, 1999), Alexander Lint (2003 - 2006), Peter Lemmens (1996), Rob Martens (2000, 2004), Tejo Merkus (1994 - 2011), Raymond Meys (1998), Annet Nijsen (2009), Katja Nitzschke (2003 - 2005), Noor Oostendorp (1998), Ellen Philippen (2006, 2008), Rikie Piron (1994), Eli Pleß (2004, 2005), Marlies Pöschl (2003), Ger Ramaekers (1994 - 1999, 2003), Rogier Receveur (1998), Eric Reneerkens (2009, 2010), Bart Roth (2004), Esther Roth (1999, 2000), Jan Salden (1994 - 2004, 2006, 2007), Frederike Schaeffer (1996 - 2000), Cyrille Scheepers (1998, 2008, 2009), Wim Schoenmakers (1997), Anita Smeets (1999, 2002 - 2011), Wilfried Spierenburg (2009), René Theunissen (1997 – 2011), Annouk Thijs (1994), Marlie Vaes (2002 - 2004), Immanuel Verhoeven (2008 -  2011), Marcel van Vliet (2003), Mark Vluggen (2006 – 2009, 2011), Annelies Vossen (2006), Charlotte de Vries (1994), Arjan de Wit (2007, 2008), Marilou de Wit (2006, 2007)

Gastschrijvers: Peter Bosma (2001, 2002, 2003, 2005), Gerlinda Heywegen (2003, 2005, 2006), Nol van der Loop (2005, 2006)

VALKEVALLEI van HUUB BERVOETS

 

 

Omdat Hay Joosten als provinciaal audio-visueel consulent behalve bij het LFC ook bij amateurfilmclubs betrokken was en hij zag dat daar toch vaak interessante films gemaakt werden nam het LFC de taak op zich om de betere amateurfilms ook in de filmtheaters vertoond te krijgen. De aftrap was eind jaren negentig voor De Valkevallei, een film van een uur die handelt over de keer dat Mozart als 12-jarige jongeman tijdens een tour door Europa strandt tussen Aken en Luik, en wel in het Zuid-Limburgse Noorbeek, waar hij verliefd wordt op een roversdochter, als ik me goed herinner.

Overigens wordt hier wat slordig met de feiten omgesprongen. Het verhaal zou zich afspelen in 1765, toen was Mozart echter pas 9. Hij was dat jaar wel in Nederland, voornamelijk in Den Haag, Amsterdam en Utrecht. Toen hij 12 jaar was was hij alweer terug in Salzburg. Maar goed, de film is fictie en geen verslag van historische gebeurtenissen.

Het was een film van de Steinse filmmaker Huub Bervoets, die als spelregisseur Jos Salden had ingeschakeld. Wij draaiden de film op een zondagmiddag. Huub kwam al op tijd om de zaak op te zetten. Hij had zijn eigen apparatuur bij zich die we aansloten op de al klaarstaande beamer. We draaiden proef. Ook Jos was erbij en inmiddels waren ook een paar vrijwilligers binnengestroomd, die de bar en entreekassa voorbereidden. Ik vond de film nogal amateuristisch. Niet zozeer de aankleding en het camerawerk, dat zeer verzorgd was, maar het scenario was vrij knullig in elkaar gezet en de acteerprestaties waren benedenmaats. Nu maakte ik in die tijd zelf ook wel eens een film en ik wist hoe moeilijk het was om een fatsoenlijk scenario te schrijven, en hoe onmogelijk om aan amateurs, ook al zaten ze bij een toneelgezelschap, of misschien wel juist dan, aanvaardbare acteerprestaties te ontlokken. Misschien was het ook kinnesinne van mijn kant, maar ik ergerde me over het nogal zelfingenomen gedrag van Jos Salden, die zich wel erg het mannetje voelde. Huub was daarentegen een heel innemende en bescheiden man en de kwaliteiten die de film had waren voornamelijk aan hem toe te schrijven. In elk geval grapte ik op een gegeven moment tegen een vrijwilliger: “Het lijkt wel een Tiroler seksfilm maar dan zonder blote borsten.” Het was niet mijn bedoeling en ze lieten het niet merken, maar volgens mij hadden ze dat gehoord.

Overigens zal de film nationaal veel lof oogsten en uitgeroepen worden tot de beste amateurfilm van het jaar.

De kassa ging open en plotseling stroomde een heel gezelschap binnen dat zei bij de film te horen en gratis toegang eiste. Omdat mij door de organisatie niet van te voren was meegedeeld dat er mensen op de gastenlijst zouden staan en hun houding mij irriteerde, liet ik me van mijn starste, onprofessioneelste en meest ongastvrije kant zien en liet hen toch betalen. Later beklaagden ze zich bij het LFC en hebben het geld teruggekregen.

Een jaar of tien later kreeg ik opnieuw met Huub te maken. Als organisatoren van de filmquiz hadden we besloten het achter elkaar zetten van de filmfragmenten niet meer zelf te doen (met video- en dvdspeler en een dvd-recorder, die ik in de tijd dat nog bijna niemand die bezat speciaal voor dit karwei had aangeschaft), maar het een professionelere uitstraling te geven en het in de studio van Huub door hem te laten doen. Hay en ik waren er dan bij en gaven Huub instructies. De eerste keer was ik nogal nerveus, omdat ik bang was dat het voorval rondom Valkevallei hem misschien parten zou spelen, maar niets van dat. Misschien kon hij het zich niet meer herinneren. Misschien herkende hij me niet. Misschien was het voor hem gewoon afgedaan. In elk geval bleek ook nu Huub een bijzonder aardige man te zijn en het waren leuke bijeenkomsten.

Huub Bervoets overleed 15 januari 2023 op 75-jarige leeftijd.

JUBILEUM: LFC 25 JAAR, EEN FIASCO

 

In 2006 bestond het Limburgs Filmcircuit 25 jaar. Het bestuur besloot een commissie in het leven te roepen die een feestelijk programma zou samenstellen. Deze bestond uit Jan Besselink: oud-directeur van Lumière, Geert Trepels: o.a. oud-penningmeester, Mia Vergoossen: oud-voorzitter van Filmhuis Roermond, Hay Joosten: als enige mede-oprichter nog steeds actief, en mij: o.a. oud-secretaris. Het was een heel leuk hernieuwd samenzijn met oude bekenden. Na twee avonden brainstormen hadden we iets heel moois bij elkaar verzonnen. Een heel weekend vol topfilms uit de afgelopen 25 jaar, discussieprogramma’s over de toekomst van de filmhuisvoorzieningen en de naderende digitalisering van de filmvertoning, een multimedia-spektakel met muziek en projectie, en buiten deze openbare feestelijkheden voor de LFC-incrowd een diner en een van zaterdag-op-zondagovernachting in een nabijgelegen hotel. Dat alles zou plaatsvinden in Lumière, zonder twijfel de enige plek waar dit mogelijk was. Trots en enthousiast presenteerden we ons plan aan het bestuur. Daar werd echter bijzonder zuinig, zuur zelfs, op gereageerd. Dat was wel het laatste dat we verwacht hadden. Behalve voorzitter Marilou de Wit en ex-voorzitter Andries van Gorkum, die mij was opgevolgd als booker, beide trouwens bij geen enkel filmhuis betrokken, bestond het bestuur op dat moment uit mensen die alleen oog hadden voor hun eigen toko, zeker de vertegenwoordiging uit Roermond en Heerlen. Een centraal georganiseerde activiteit stond te ver van hen af, hun benepenheid dicteerde dat ze alleen iets wilden wat in hun eigen filmhuis zou plaatsvinden. Het werd letterlijk zo gezegd: het LFC bestond niet. Het was dus slechts een provinciaal voertuig voor hun eigen dorpse doeleinden. Het LFC verdiende geen eigen feestje, dat was voorbehouden aan de afzonderlijke filmhuizen. Dat wij iets wilden organiseren wat zelfs landelijk gezien relevantie had, buiten het gegeven dat er een heel weekend feest zou zijn, daar was men niet in geïnteresseerd. Het plan werd afgeschoten.

Daarna stelde de programmeringscommissie een feestprogramma samen met topfilms, dat door Jan Besselink afgekraakt werd zijnde tweede garnituur. Samen met Jan heb ik uiteindelijk een programma gemaakt van films die langs de filmhuizen toerden. Noodgedwongen op dvd want geen van de titels was nog in distributie en door het dorpse karakter dat het jubileum had aangenomen was het ook niet mogelijk om ergens 35mm-(archief- of festival)kopieën vandaan te halen. De films waren absoluut de moeite waard: AGUIRRE, DER ZORN GOTTES van Werner Herzog, 2001 (A SPACE ODYSSEE) van Stanley Kubrick, VENGEANCE IS MINE van Shohei Imamura (de eerste film die in LFC-verband was vertoond), DER HIMMEL ÜBER BERLIN van Wim Wenders en DAWANDEH van Amir Naderi. Maar die treurige vertoningen op dvd in abominabele kwaliteit, had hier de afgelopen 25 jaar het LFC voor gestaan? Hierna verdween mijn enthousiasme om me nog voor het LFC in te zetten totaal.

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb